Uit onderzoek van Markteffect in opdracht van BOVAG blijkt dat 2 procent van de auto’s in Nederland met defecte verlichting rijdt. Tien jaar geleden was dat nog ruim 15 procent. De technologische ontwikkelingen van de laatste jaren hebben er onder andere voor gezorgd dat autoverlichting minder snel stuk gaat en dat er automatisch wordt gewaarschuwd bij een defect.

In aanloop naar de wintertijd zijn in september en oktober in de avonduren op verschillende locaties binnen de bebouwde kom en langs snelwegen tellingen gedaan. Daarbij is de verlichting 4.371 passerende auto’s aan de voorzijde onder de loep genomen en van 5.754 voertuigen aan de achterzijde. 1,8 procent van de voertuigen bleek met een defecte koplamp te rijden en 0,6 procent met defecte achterverlichting. In het najaar van 2006 was het resultaat van een soortgelijk onderzoek dat 15,4 procent van de onderzochte personenauto’s een of meerdere kapotte lampen had. Vrijwel elke nieuwe auto wordt tegenwoordig geleverd met hoogwaardige halogeen-, xenon- of LED-verlichting. Deze lampen hebben niet alleen een hoge lichtopbrengst, maar zijn tevens duurzamer en gaan dus minder snel stuk. Bovendien zijn moderne auto’s uitgerust met automatische dagrijverlichting, waardoor de echte koplampen minder branduren voor de kiezen krijgen. En als een lamp toch stuk gaat, wordt in de meeste moderne auto’s daarvoor gewaarschuwd op het dashboard. Daarnaast is hoogwaardige autoverlichting voor veel autofabrikanten inmiddels een ‘unique selling point’ en zijn consumenten er daardoor ook veel alerter op.

Ergernissen
Tegelijkertijd voerde Markteffect een online enquête uit met 1.048 respondenten. Bijna een derde (32 procent) van de mensen die afgelopen jaar defecte autoverlichting had, geeft aan dit zelf te hebben vervangen. 41 procent is daarvoor naar het autobedrijf gegaan en 65 procent heeft de defecte verlichting direct of in elk geval dezelfde dag nog (laten) vervangen. Van de personen die daar langer mee wachten, zegt 32 procent desondanks in het donker nog met de auto te rijden. Bijna de helft (48 procent) van de respondenten weet niet dat de maximale boete voor defecte verlichting 140 euro bedraagt en 11 procent weet überhaupt niet dat er een boete staat op rijden met defecte lampen. Zes op de tien automobilisten ervaren (verblinding door) groot licht bij tegenliggers als grootste ergernis en 56 procent ergert zich het meest aan verkeerd afgestelde koplampen.

Direct actie
BOVAG juicht de technologische ontwikkelingen op het vlak van autoverlichting van harte toe, aangezien deze bijdragen aan beter zicht, betere zichtbaarheid en dus meer verkeersveiligheid. De nieuwste technieken zorgen er tevens voor dat koplampen vaker op de juiste manier afgesteld zijn. Hoewel volgens Europese regels sinds 2006 fabrikanten verplicht zijn de auto’s uit te rusten met verlichting die de bestuurder zelf moet kunnen vervangen, ervaren veel automobilisten dit toch als problematisch. In sommige gevallen is daar specialistisch gereedschap voor nodig en bij veel auto’s van voor 2006 is eigenhandige vervanging überhaupt niet mogelijk. Het is dan ook raadzaam de werking van de verlichting regelmatig te controleren, waarschuwingen op het dashboard of van andere weggebruikers niet in de wind te slaan en direct actie te ondernemen wanneer een lamp stuk blijkt.