Toon items op tag: feest
Opel viert feest: 160 jaar aan innovaties voor iedereen
*1862-2022: innovatie krijgt bij Opel altijd voorrang
*1899: Opel start autoproductie en maakt automobiliteit snel betaalbaar
*Emotionele bestsellers: van Opel GT, Manta en Calibra tot Corsa en Mokka
*Innovatieve aandrijving: van raketauto RAK 2 tot Vivaro‑e HYDROGEN
*Succes in autosport: van Ascona SR tot elektrische Corsa‑e Rally
Dit jaar viert Opel een wel heel speciaal jubileum: al 160 jaar maakt Opel innovaties betaalbaar voor een breed publiek. Al toen Adam Opel het merk in augustus 1862 oprichtte, kreeg dit absolute prioriteit. En tot op de dag van vandaag is Opel trouw gebleven aan zijn toewijding om innovaties voor zoveel mogelijk consumenten beschikbaar te stellen, in combinatie met emotie en traditie.
"Opel brengt al 160 jaar mensen in beweging", zegt Uwe Hochgeschurtz, CEO van Opel. "We worden nog altijd gedreven door dezelfde geest als van oprichter Adam Opel: technologie en innovaties voor iedereen. Veel bestsellers uit onze rijke geschiedenis staan hiervoor symbool. Net als onze huidige modellen waarvan de meeste inmiddels geëlektrificeerd zijn. Vanaf 2028 is Opel in Europa een volledig elektrisch merk. We zijn dan ook goed voorbereid op de komende 160 jaar."
Porsche Museum viert feest rond vijftigste verjaardag 917
Een van de belangrijkste racers uit de geschiedenis van Porsche Motorsport viert dit jaar zijn vijftigste verjaardag: de Porsche 917. Het Porsche Museum in Stuttgart viert dit feest van 14 mei tot 15 september mee met een bijzondere tentoonstelling onder de titel ‘50 years Porsche 917 - Colors of Speed’. In het museum zijn veertien bijzondere racers samengebracht, inclusief tien modellen van de 917, die gezamenlijk 7.490 pk sterk zijn.
Porsche Motorsport ontwierp de 917 Group 4-sportwagen speciaal voor de iconische 24 uur van Le Mans en het Wereldkampioenschap. De Nummer Eins is in 1969 gebouwd als de eerste van in totaal 25 exemplaren die nodig waren voor homologatie. De 917-001 markeert het begin van een ongekende reeks successen, die het hoogtepunt van de speciale tentoonstelling markeren. Meer dan een jaar werkten museummonteurs, voormalige technici en ingenieurs uit Zuffenhausen en Weissach, het historisch archief van Porsche AG en partnerbedrijven samen om de 917-001 in zijn oorspronkelijke staat terug te brengen. In het museum staat hij er nu weer precies zo bij als bij zijn presentatie op 12 maart 1969 op de Autosalon van Genève.
917 Kurzheck - de Le Mans-winnaar van 1970 en 1971
Verdere hoogtepunten van de speciale tentoonstelling in Stuttgart zijn de twee winnaars van de 24 uur van Le Mans in 1970 en 1971. Hans Herrmann en Richard Attwood wonnen in 1970 in de 917 KH met startnummer 23 de eerste van negentien algemene overwinningen voor Porsche op het Circuit de la Sarthe. Het volgende jaar lukte het ‘onze’ Gijs van Lennep en Helmut Marko om dit succes in Le Mans te prolongeren. Met een gemiddelde snelheid van 222,3 km/u en een afgelegde afstand van 5.335 kilometer zetten ze twee records neer die liefst 39 jaar fier overeind bleven staan.
De fascinerende technologie van de Porsche 917 in detail
Naast zeven andere exemplaren van de 917 - waaronder de 917 PA Spyder, een testvoertuig met een 16-cilindermotor, een Langheck en een aantal turbo-versies - gaat de speciale tentoonstelling ook dieper op de technologie in. Talloze motoronderdelen zoals de krukas, nokkenassen en de turbo’s illustreren de briljante techniek van de twaalfcilinder van de nu 89-jarige Porsche techneut Hans Mezger. Aan de hand van een aantal glasvezelcomponenten uit de restauratiefase van de 917-001 is te zien hoe hoog het niveau van de carrosserie in 1969 al was.
Porsche heeft de circuitervaringen die met de 917 zijn opgedaan in productieauto’s als de 930 Turbo gestopt. Na succesvol te zijn geweest in de 917/10 en 917/30, gebruikte Porsche de turbo-technologie in 1974 voor het eerst in een Porsche-productiesportwagen. Een korte tijd later - voor het modeljaar 1978 - profiteerde de 911 Turbo ook van een remsysteem dat in een zeer vergelijkbare vorm voor de 917 was ontwikkeld.
De 917 als inspiratie voor Porsche ingenieurs en ontwerpers
Dat de 917 nog tientallen jaren in de hoofden van Porsche ingenieurs en ontwerpers heeft rondgespookt, is ook te zien aan twee andere modellen die tijdens ‘50 years Porsche 917 - Colors of Speed’ zijn te zien. Zoals een studiemodel uit 1970 in de schaal 1:4 die bij de ontwikkeling van de 917/20 ‘Sau’ ontstond. Dit model werd door het team van de toenmalige designchef Anatole Lapine verder ontwikkeld als racer voor de toekomst.
Meer dan veertig jaar later grijpen ontwerpers opnieuw terug naar het thema 917, dit keer in de vorm van een ontwerpstudie genaamd ‘917 Living Legend’. Het model in de schaal 1:1 is tijdens de tentoonstelling voor het eerst voor het publiek te zien. Hij is in 2013 als eerbetoon aan de legendarische 917 in slechts zes maanden tijd gebouwd door een klein team van Porsche-specialisten. Daarmee vierden ze de terugkeer van het merk in de LMP1 klasse.
Interactieve elementen en een jubileumboek
Museumbezoekers kunnen de iconische racers aan de hand van zes toolboxen ervaren. Naast de fascinerende technologie van de 917 wordt de racewereld in die dagen getoond, komen de sponsoren van toen in beeld en wordt aandacht besteed aan de overdracht van 917-technologie in latere race- en productiewagens van Porsche. Interactieve mediastations verdiepen de geschiedenis van de 917 met boeiende filmscènes van races van toen.
Een selectie raceposters en 917-memorabilia maken deze tentoonstelling compleet. Zo is in de museumshop bijvoorbeeld een roze barbecueschort te koop, geïnspireerd op de unieke 917/20 ‘Rosa Sau’ uit 1971. Ook brengt het museum het boek ‘Colours of Speed – 50 Jahre Porsche 917’ uit ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de legendarische racer.
Het Porsche Museum is geopend van dinsdag tot zondag van 9.00 tot 18.00 uur. Alle informatie is beschikbaar op www.porsche.de/museum
Feest bij Opel: Kapitän bestaat 80 jaar!
• Belangrijke mijlpaal: Opel Kapitän viert bijzondere verjaardag
• 25 Kapitäns nemen deel aan jubileumtoer van Rüsselsheim naar Darmstadt
• Rijke traditie: huidig vlaggenschip Opel Insignia treedt in voetsporen van Kapitän
De Opel Kapitän bestaat in 2018 tachtig jaar. Het model verscheen in 1938 en was maar liefst 42 jaar met groot succes Opels vlaggenschip. Ter ere van de tachtigste verjaardag van de Opel Kapitän reden onlangs 25 in topstaat verkerende Opels Kapitän een jubileumtoer van het hoofdkwartier van Opel in Rüsselsheim naar het spoorwegmuseum van Darmstadt-Kranichstein. De unieke Kapitän-parade – allemaal voorzien van de beroemde zescilinder-in-lijn benzinemotoren – werd begeleid door drie nieuwe Opels Insignia – een ontmoeting tussen het huidige vlaggenschip van Opel en dat van toen. Opel bouwde de Kapitän in Rüsselsheim, net zoals dat voor de Insignia geldt.
80 jaar geleden: de geboorte van de Opel Kapitän
Een jaar na de introductie van de Admiral breidde Opel het modellengamma uit met nog een groot model, de Kapitän. Deze nam vanaf 1938 de positie in tussen de populaire Kadett en de in art-deco stijl vormgegeven Admiral. Opel leverde de Kapitän – voorzien van een zelfdragende stalen carrosserie en moderne aandrijftechniek – als twee- en vierdeurs limousine en als vierdeurs cabriolet. In zijn segment had Kapitän een technologisch vooruitstrevende positie. De innovatieve 2,5-liter zes-in-lijn benzinemotor met 40 kW (55 pk) en kopkleppen groeide uit tot de highlight van het grote Opel-model.
In 1948 verliet de eerste naoorlogse Kapitän de fabriek in Rüsselsheim. De auto kwam op een paar details na overeen met het originele model. Met zijn Amerikaans getinte design en zescilindercomfort werd de Opel Kapitän een synoniem voor vooruitgang en welvaart tijdens het ‘Wirtschaftswunder’, de na-oorlogse economische welvaart in Duitsland.
In de jaren zestig van de vorige eeuw was de Kapitän B een van de bestverkochte zescilindermodellen in Duitsland. In de lente van 1970 kwam de productie van het succesvolle zescilindermodel ten einde. De Kapitän B was destijds de instapversie van Opels topmodel – de Kapitän / Admiral / Diplomat. Het langdurige succes van een van de beroemdste grote Opels eindigde na 42 jaar en 474.189 verkochte exemplaren.
Naoorlogse periode: vooruitgang met innovaties
Adam Opel AG paste in 1938 al zijn technologische expertise toe in de Opel Kapitän, waaronder geavanceerde motortechniek en moderne styling van de carrosserie. De investering in de productielijn op het hoofdkwartier in Rüsselsheim bedroeg 10 miljoen Reichsmark. De 2,5-liter zes-in-lijn, een ‘autobahn-proof’ korteslagmotor waarvan de kopkleppen werden bediend via een met tandwielen aangedreven nokkenas, tuimelaars en stoterstangen. De motor produceerde 40 kW (55 pk) en bezorgde de Kapitän een topsnelheid van 126 km/uur. De Kapitän was de eerste auto in zijn segment in Duitsland met een zelfdragende stalen carrosserie – die constructie wordt ook nu nog veel toegepast.
Onafhankelijke wielophanging met stabilisator vóór en hydraulische remmen en schokdempers waren standaard – maar dat was verre van vanzelfsprekend in 1938. De moderne zeshoekige koplampen waren geïntegreerd in de spatborden; de uit één stuk bestaande ‘alligator’-motorkap opende naar boven en de hatchback-achtige achterzijde bood van buitenaf toegang tot de bagageruimte – allemaal kenmerken van auto’s uit de Verenigde Staten.
“Een auto voor de hele wereld”, met die tekst adverteerde Opel voor de Kapitän. Een exportsucces werd de Kapitän zeer zeker. Opel had tegen de tijd dat de productie stopte in totaal 25.374 exemplaren van de Kapitän gebouwd, waaronder 4.563 cabriolets en 248 chassis’ zonder carrosserie. En dat alles in een periode korter dan negen maanden! Er zijn ongeveer 13.000 exemplaren in het buitenland afgeleverd.
Een nieuw begin: weer op weg naar succes
Op 5 juli 1946 begon de naoorlogse productie in Rüsselsheim en de productie van de Kapitän werd in oktober 1948 weer hervat. De eerste belangrijke order werd geplaatst door de Amerikaanse overheid. Vanaf 1949 exporteerde Opel opnieuw auto’s. In totaal produceerde Opel 13.036 nieuwe Kapitäns en de productie eindigde in de lente van 1950.
In 1950 kondigde Opel de vernieuwde Opel Kapitän aan: het model was voortaan uitsluitend als vierdeurs limousine leverbaar. Hij verschilde op diverse punten van het vooroorlogse model, onder meer met de moderne versnellingspook op de stuurkolom, een opnieuw ontworpen interieur en ronde koplampen. In 1951 onderging de Kapitän een facelift: Opel verfijnde de lijnvoering, maakte de kofferbak ruimer en paste meer chroomdetails toe: een antwoord op het nieuwe tijdperk, met welvaart en vooruitgang.
De nieuwe 43 kW (58 pk) sterke zes-in-lijn benzinemotor – die Opel ook toepaste in de Opel Blitz, waardoor deze bestelauto een unieke positie had in het segment van de lichte bedrijfsauto’s – hoefde niet te worden ingereden. De originele vorm van de Kapitän bleef behouden tot 1953. In 1954 introduceerde Opel zijn opvolger, de Kapitän ’54, met meer vermogen en een moderne styling.
Insignia zet traditie van grote Opel-modellen voort
Opel bood met de succesvolle Kapitän een geavanceerde, comfortabele en krachtige auto die bereikbaar was voor het grote publiek. De autofabrikant is tot op de dag van vandaag trouw aan dit principe. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was de Kapitän het vlaggenschip van het Opel-gamma. Nu is de Insignia dat. De Insignia Grand Sport, Sports Tourer, Country Tourer en Insignia GSi zijn uitgerust met intelligente technologieën die nog altijd uniek zijn in het segment. Innovatieve Opel IntelliLux LED® matrixlichten, ultramoderne vierwielaandrijving met torque vectoring, state-of-the-art rijhulpsystemen en een head-updisplay zijn enkele van de vele highlights. Verder is er ook nog eersteklas connectiviteit met smartphone-integratie. De Opel Insignia maakt indruk met zijn grote wendbaarheid en stuurprecisie, riante binnenruimte, sportieve en elegante design en uitstekende prijs-prestatieverhouding. De Insignia is, met andere woorden, een auto waarmee rekening moet worden gehouden.
ŠKODA viert bouw 13 miljoenste motor en productiestart nieuwe 1.0 TSI
ŠKODA heeft zijn 13 miljoenste motor geproduceerd. Tegelijkertijd is in de motorenfabriek in Mladá Boleslav de productie van de 1.0 TSI benzinemotor gestart.
De driecilinder turbomotor maakt deel uit van de EA 211 motorenfamilie die ŠKODA produceert in vier cilinderinhoudvarianten. Het aluminium motorblok met vierkleppentechnologie wordt gekenmerkt door zijn compacte afmetingen en voorbeeldige souplesse. De motorenproductie bij ŠKODA’s hoofdkantoor ving aan in 1899, toen Václav Klement en Václav Laurin, de oprichters van het merk, hun allereerste motorfiets bouwden.
De eerste krachtbron die de workshop van Laurin & Klement in Mladá Boleslav verliet, was een 1,25 pk eencilinder voor een motorfiets van de in 1895 opgerichte onderneming. Daarvoor produceerden Laurin en Klement fietsen onder de naam ‘Slavia’. In 1905 volgde de eerste auto, de Voiturette A, voorzien van een watergekoelde 1.005cc motor met 7 pk. In 1997, zes jaar na de herlancering van het merk onder de vlag van de Volkswagen Group, ging ŠKODA voor het eerst ook motoren uit Mladá Boleslav leveren aan de zustermerken van de Group.
De bouw van de EA 211 modelserie startte in 2012. Deze motorenfamilie heeft als gemeenschappelijke eigenschappen een aluminium cilinderblok en dubbele bovenliggende nokkenassen, die vier kleppen per cilinder aansturen. Het uitlaatspruitstuk is geïntegreerd in de cilinderkop. De nieuwe 1.0 TSI vormt een verdere uitbreiding van die familie. De moderne driecilinder heeft gesmede drijfstangen die qua gewicht zijn geoptimaliseerd, evenals aluminium zuigers. De motor heeft geen balansas nodig vanwege zijn uitzonderlijk soepele loop. Vergeleken met relatief krachtigere viercilindermotoren is de 1.0 TSI compacter, lichter en genereert hij minder frictie, waardoor hij efficiënter werkt.
Uitbreiding
Gedurende de afgelopen jaren heeft ŠKODA de productiecapaciteit van zowel auto’s als motoren in zijn hoofdfabriek aanzienlijk uitgebreid. Momenteel worden er per dag maximaal 2.300 motoren geassembleerd in Mladá Boleslav. Voor de motorenproductie zijn zo’n 1.400 werknemers verantwoordelijk. ŠKODA blijft investeren in de uitbreiding van motorenontwikkeling en –productie. In 2014 opende de onderneming zijn nieuwe motorencentrum. Het jaar erop startte de bouw van de uitbreiding die in maart 2017 operationeel moet zijn.
Naast motoren produceert ŠKODA versnellingsbakken voor zijn eigen modellen en de auto’s van zijn zustermerken. In Mladá Boleslav lopen de handgeschakelde MQ 100 en MQ 200 versnellingsbakken van de productielijnen, de DQ 200 direct-shift automaat wordt geproduceerd in Vrchlabí, waar de 1,5 miljoenste DSG recent een feit was.