Van de eerste generatie in 1936 tot aan de nieuwe Astra met elektrische aandrijving

*Opel Kadett A legt in 1936 fundament voor betaalbare compacte klasse
*Succes van Kadett A draagt bij aan wederopbouw Duitse economie
*Astra F bestverkochte Opel tot dusver met 4,13 miljoen exemplaren
*11 generaties Kadett en Astra keer op keer innovatief binnen hun segment
*Opel Astra opent nu nieuw tijdperk met krachtig design en elektrische aandrijving

De zesde generatie Opel Astra is opnieuw klaar om het voortouw te nemen in zijn klasse en de traditie voort te zetten die 85 jaar geleden begon. Dat was in 1936, toen Opel als eerste Duitse autofabrikant met de Kadett een betaalbare compacte gezinsauto op de markt bracht.

De markt van compacte auto’s kwam echter pas na de Tweede Wereldoorlog goed op gang. Toen steeg de vraag naar de Opel Kadett exceptioneel snel. De groeiende verkoop droeg bij aan het Duitse ‘Wirtschaftswunder’, oftewel de periode van economische wederopbouw. De vraag werd zo groot dat Opel in 1962 in Bochum speciaal voor de Kadett een nieuwe fabriek bouwde. Deze Kadett vormde ook de inleiding voor een decennialang marktleiderschap van Opel in Nederland; van 1968 tot en met 2003 voerde Opel in Nederland de verkoopstatistieken aan.

Het was de kunst om niet op de lauweren te rusten. Opel voorzag daarom elke modelgeneratie van innovaties, zoals een nieuwe watergekoelde 1,0-liter viercilinder benzinemotor in 1962 voor de Kadett A, een sensationeel aerodynamische carrosserie voor de Kadett E (1984) en de Adaptive Forward Lighting (AFL) koplampen van de Astra H (2004).

Die historische lijn van vernieuwing is nu doorgetrokken in de nieuwe Astra, die met zijn krachtige, pure design en toonaangevende technologie – inclusief plug-in hybride aandrijving – een nieuwe hoofdstuk vormt.

1936 Kadett revolutionair door volledig stalen zelfdragende carrosserie
De oorspronkelijke Opel Kadett uit 1936 onderscheidt zich door zijn zelfdragende stalen carrosserie. Terwijl toen een chassis met een houten opbouw nog heel gangbaar was. De zelfdragende constructie is lichter, wat hogere prestaties oplevert en een gunstiger brandstofverbruik. Bovendien is de veiligheid beter dankzij een geïntegreerd en daarmee steviger passagierscompartiment en een lager zwaartepunt.

De Kadett A dankt het succes in zijn gloriejaren (1962-1965) aan zijn destijds nieuwe, levendige 1,0-liter benzinemotor, de grote kofferbak en veel ruimte voor de inzittenden. De vulopening van de tank zat niet meer in de kofferbak maar aan de buitenkant. Een voordeel voor in het inladen volgens Opel en met een knipoog richting Wolfsburg: “U ruikt nu ook geen benzinelucht meer in de kofferbak.”

De overstap naar voorwielaandrijving voor de Opel Kadett D (1979-1984) was eveneens van cruciale betekenis. Motor en versnellingsbak vormden een compact geheel voorin. Daardoor was het interieur toonaangevend ruim voor die tijd, terwijl deze modelgeneratie toch korter was dan de Kadett C.

Astra F naar tijdgeest van de jaren negentig
De Opel Astra F beleefde in 1991 zijn wereldpremière. Een nieuwe modelnaam, gelijk aan zijn Britse evenknie Vauxhall Astra, ging gepaard met de komst van een reeks veiligheidssystemen en een hoge mate van recyclebaarheid. Dat paste in de tijdgeest van toen. De Astra F is nog steeds het bestverkochte Opel-model. 4,13 miljoen exemplaren verkocht Opel tussen 1991 en 1997.

Volledig nieuwe zesde generatie Astra maakt een krachtige stap in de toekomst
Met de nieuwe Astra staat Opel andermaal aan het begin van een nieuw tijdperk. De strijd tegen CO2-uitstoot is actueel in de auto-industrie en dat maakt elektrische aandrijving essentieel om de emissie van broeikasgassen te verminderen. De nieuwe Astra speelt dan ook een cruciale rol in de elektrificatie van het Opel-modellengamma en daarom komt hij er ook als plug-inhybride in twee vermogensvarianten.

De nieuwe Astra is bovendien het volgende model volgens de meest recente, pure designfilosofie met de herkenbare Opel Vizor in de voorzijde, uitgebouwde wielkasten en strakke vlakken. De op de bestuurder gerichte Pure Panel-cockpit kenmerkt het toekomstgerichte interieur. Zo zet de Astra een krachtige stap in de toekomst, 85 jaar na de originele Kadett.

1936-1940: Opel Kadett – veroveraar van hart en ziel
Met zijn topsnelheid van bijna 100 km/u maakte deze compacte vierzitter indruk. De Braunschweiger Tageszeitung berichtte 5 december 1936: “Zoals uit de eerste rij-indruk blijkt, is de Kadett zeker geen doorsneeauto in deze prijsklasse.” De gunstige prijs was mogelijk door een modulair principe. De zelfdragende carrosserie, met Dubonnet-vering voor de voorwielophanging en een achteras met bladveren, stamde van de Opel Olympia. De 17 kW (23 pk) sterke viercilinder motor van 1.073 cm3 kwam van de Opel P 4.

Zelfdragende carrosserie en ultramoderne productie
De zelfdragende carrosserie was niet alleen gunstig voor prestaties, verbruik en veiligheid, maar maakte ook een zeer moderne productie mogelijk. Een productiewijze die tot op de dag van vandaag wordt toegepast waarbij met gebruik van hydraulische hulpmiddelen motor en aandrijflijn ‘huwen’ met de carrosserie. Opel had bovendien in Rüsselsheim destijds de modernste gieterij voor matrijzen ter wereld en de grootste perserij in Europa voor de plaatstalen delen.

Fris design en innovatieve technologie
Opel maakte als een van de eerste fabrikanten in Europa een modernere designtaal populair: een meer gestroomlijnd ontwerp met geïntegreerde koplampen in plaats van los geplaatste exemplaren. Begin jaren dertig, kort na de overname door General Motors, werd – op initiatief van Harley Earl, GM’s Chief Designer – een designafdeling ingericht in Rüsselsheim.

Toen al huldigde Opel het principe om innovatieve techniek bereikbaar te maken voor een groot publiek. Hydraulische remmen op alle vier wielen, richtingaanwijzers, de driehoekige uitklapruitjes in de zijramen voorin voor ventilatie en een van binnenuit bereikbare kofferbak waren destijds in dit segment nog niet gebruikelijk. Net zo min als een valstroomcarburateur met venturi (versmalde doorgang met sproeier) die voor een goede vermenging van de brandstof met lucht zorgde en daarmee voor een verbeterde verbranding en een lager verbruik.